dinsdag 12 april 2011

Het verdriet van een kind

Het is zondagmorgen.
De regen tikt tegen het raam en het is nog zo vroeg dat het donker is.
Een kind staat achter het raam, met haar neus tegen het natte koude glas.
In haar hand heeft ze een teddybeer. Haar lievelingsteddybeer.
Een teddybeer die ze waarschijnlijk gekregen heeft toen ze net geboren was en die de rest
van haar leven bij haar zal blijven.
Het meisje staart uit het raam, maar echt kijken doet ze niet.
Over haar wangetjes lopen kleine traantjes. Traantjes die genoeg zeggen.
Ze mompelt iets… maar door de traantjes is het niet te verstaan.
Haar oogjes zijn rood en haar kleine mondje trilt.
Ze heeft de avond ervoor iets gehoord waarvan ze maar niet kan begrijpen hoe dat kan.
De dag ervoor was het nog zo leuk.
De dag ervoor hebben we nog zo gelachen.
De dag ervoor hebben we nog buiten gespeeld.
Hoe kan het dan? En wat nu?
‘Hoe kan ik nou ooit nog leuk spelen…?’, snikt ze.
‘Waarom gebeurt het mij?’
Ze hoort achter haar zachtjes een deur open gaan.
Ze draait zich om en ziet dat in de deuropening mama staat.
Het meisje loopt naar haar moeder toe en gaat dicht tegen haar aan staan.
Ze slaat haar armen om mamma’s been en knijpt erin.
Met bedroefde oogjes kijkt ze omhoog en fluistert: ‘Mama, waarom?’
Het meisje ziet in het maanlicht haar moeders ogen en ziet ook bij haar de tranen
over de wangen lopen.
Ook bij mama trilt haar mond.
Moeder kijkt naar beneden en kan even niks zeggen.
Haar armen slaan zich om het meisje heen om haar te knuffelen en te troosten.
‘Alles komt goed meisje’, fluistert mama
‘Het heeft z’n tijd nodig.’
Mama loopt met het meisje naar het raam.
‘Kijk lieverd, zie je de maan? En als je goed kijkt zie je ook sterretjes.’
Het meisje klimt op de vensterbank en drukt haar gezichtje tegen het raam.
‘Ja mama… ik zie ze.’
‘Zie je die hele lichte ster?’, fluistert mama.
‘Hij is nu een ster en zal er altijd voor je zijn.
Waar je ook heen zal gaan, hij zal je volgen.’
Het meisje kijkt nog eens goed… en draait zich om naar haar moeder.
‘Altijd?’, vraagt ze.
‘Altijd!’, zegt moeder.
‘Altijd als jij het moeilijk hebt zal hij er voor je zijn.’
Het meisje draait zich om naar het raam.
Een kleine glimlach verschijnt.
En ze zegt: ‘…………. dag lieve papa.’